De voorzieningenrechter van de rechtbank Oost-Brabant wees vandaag een verzoek af van een Bossche man voor het treffen van een voorlopige voorziening. Dit betekent dat hij de komende 3 maanden zijn woning niet in mag.
De woning van de man in ’s-Hertogenbosch werd in maart van dit jaar ’s nachts beschoten met vermoedelijk een automatisch vuurwapen. De man en zijn gezin lagen op dat moment binnen te slapen maar raakten niet gewond. De politie stelde na het incident een rapport op waarin onder meer is vermeld dat zij er rekening mee houdt dat de aanleiding voor het schietincident in het criminele circuit gezocht kan worden. In een aanvullend rapport meldt de politie dat herhaling niet valt uit te sluiten. De burgemeester legde een dag na het incident een gebiedsverbod op, wat betekent dat de man 3 maanden zijn woning niet in mag. De man maakte bezwaar en verzocht de rechter een voorlopige voorziening te treffen, zodat hij zijn huis weer in kan.
Standpunten
De burgemeester heeft volgens de man zijn besluit niet deugdelijk gemotiveerd. Volgens hem kan een gebiedsverbod niet worden opgelegd wanneer anderen dan de man zelf de ordeverstoorders zijn. Daarnaast heeft de burgemeester ten onrechte aangenomen dat de man het doelwit was van het schietincident. De man stelt dat zijn schoonmoeder een paar maanden eerder met de dood is bedreigd, waardoor hij het vermoeden heeft dat zij het doelwit was. Verder is niet gemotiveerd op grond van welke concrete feiten en omstandigheden sprake zou zijn voor risico op herhaling van de verstoring van de openbare orde. Dat hij eerder betrokken is geweest bij strafbare feiten, rechtvaardigt het gebiedsverbod volgens hem niet.
De burgemeester wees op zijn beurt naar het rapport van de politie. Op basis daarvan stelt de burgemeester dat sprake is geweest van een zeer ernstige verstoring van de openbare orde en bestaat een ernstig risico op herhaling. Er is ernstige vrees voor de veiligheid van de man en van andere (buurt)bewoners als de man in zijn woning zou verblijven. Volgens de burgemeester is – in tegenstelling tot wat de man beweert – wel degelijk bekeken of met andere maatregelen kon worden volstaan, maar was dit niet mogelijk.
Oordeel rechter
De voorzieningenrechter oordeelt dat de man weliswaar het slachtoffer was van het schietincident en dat hij niet degene is die zelf de openbare orde heeft verstoord, maar dit maakt niet dat de burgemeester hem geen gebiedsverbod mocht opleggen. Het doel van dit verbod is namelijk het voorkomen van verstoring van de openbare orde en rust en dit doel kan onder omstandigheden worden bereikt met een bevel aan de man die aanleiding zou kunnen zijn voor de dreigende verstoring. Verder volgt de rechter het standpunt van de man niet dat zijn schoonmoeder het doelwit zou zijn geweest. In het rapport van de politie staat dat de schoonmoeder wel staat ingeschreven op het bewuste adres, maar dat zij daar feitelijk niet woont. Ook is de gestelde doodsbedreiging onvoldoende onderbouwd. De overgelegde uitdraai van een WhatsApp-gesprek waaruit die bedreiging zou blijken, bevat geen afzender, ontvanger en datum. Evenmin is gebleken dat er aangifte is gedaan van bedreiging.
Volgens de rechter is de motivering van de burgemeester niet erg uitgebreid en kleven er een aantal gebreken aan. Die gebreken zijn echter naar verwachting te herstellen in het nog te nemen besluit op bezwaar. Het belang van de burgemeester om het gevaar af te wenden dat passanten en anderen het slachtoffer worden van geweld dat tegen de man is gericht, acht de rechter groter dan het belang van de man dat hij zijn woning niet in mag. De rechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening daarom af.